Het leven van Dick Rooseboom in Nederlands Indië
Als gezagvoerder bij de Koopvaardij (KPM) &
Luitenant bij de Koninklijke Marine (KMR)
Over de loopbaan van Dick Rooseboom bij de Marine, de KPM en vervolgens zijn verblijf in krijgsgevangenschap schreef zijn vrouw Greet Rooseboom-van Driel regelmatig in haar kampverslag. Tijdens zijn loopbaan bij de Marine en KPM heeft Dick het nodige meegemaakt en dat met name bij de Marine. In zijn Nederland Indië-periode voer Dick op diverse schepen om na de capitulatie als krijgsgevangene in het kamp Tjimahi te Bandoeng terecht te komen. In dit verslag kan ik alleen schrijven over datgene waarover zijn vrouw Greet het in haar kampverslag over hem had en uit diverse documenten die van hem bewaard zijn gebleven, want navraag doen is helaas geen optie.
Dick in zijn beginperiode bij de Marine (nov. '28)
Zoals uit de papieren van Dick is op te maken, begon zijn varende loopbaan in oktober 1928 bij de Marine als sergeant 2e klas en wist hij uiteindelijk zijn loopbaan bij de Marine af te sluiten als Luitenant ter Zee 1e klasse KMR. In een tussenliggende periode heeft Dick als 2e stuurman ook bij de KPM gevaren, om in februari '41 toch weer terug te keren naar de Marine.
Makassar: bij de KPM als 2e stuurman
1 April 1940: Makassar: Vanaf 1 april is Dick officieel bevorderd tot Luitenant ter Zee 2e klasse KMR. Twee dagen na de huwelijksvoltrekking in Soerabaja reisden Dick en Greet af naar Makassar, waar zij bij aankomst regelrecht naar het Empress Hotel reden. Daar huurden zij een kamer met een aparte badkamer. Greet wist die kamer met wat extra dingen gezellig in te richten, zodat het daar goed vertoeven was, ze hadden een radio, een grammofoon met pick-up. Kortom, het was er bar gezellig! Toen Dick weer naar zee vertrok kon het schriftelijk leventje waaraan ze inmiddels al gewend waren ook weer beginnen.
In zijn Makassar-tijd heeft Dick op diverse lijnen gevaren, eerst op Oost-Celebes naar Kendari en dergelijk, maar ook naar Gorontalo helemaal in het noorden van Celebes. Hij was dan 25 dagen weg en drie dagen thuis, Greet noemde dat hun Driedaagse, maar hij had ook wel eens ‘n Zesdaagse. Ze haalde hem dan bij de steigers op, maar het kwam ook voor dat zijn schip op de rede voor anker ging.
Toen Greet op 10 mei moerziel alleen op haar hotelkamer zat, begreep ze maar niet waar alle opschudding beneden in de hal vandaan kwam, maar toen ze naar beneden liep hoorde ze over de inval van Nederland. Niet veel later kreeg ze ook een telegram van Dick waarin stond, dat ze maar naar Soerabaja moest vertrekken als hij niet meer naar Makassar kon komen, maar dat was gelukkig niet het geval. Vanaf die dag zat Greet ieder dag aan de radio gekluisterd.
De beroerdste tijd bij de KPM was toen Dick op Oost-Borneo ging varen. Hij was dan 14 dagen weg en met veel gehaast en gejacht maar één avondje thuis. Vanwege al dat gejaag was dat een zenuwslopende tijd. Daar kwam nog bij dat hij ieder moment overgeplaatst kon worden. Ook kreeg hij paratyfus, waardoor hij in het ziekenhuis terecht kwam.
Overstap van het ms "van Overtraten" op het ss "Speelman" te Bandjarmasin (Borneo)
Het vele van huis zijn en het haastige leven wat dit met zich meebracht begon het pasgetrouwde stel steeds minder te bevallen. Dick dacht steeds vaker terug aan zijn tijd bij de Marine en nam uiteindelijk het besluit om de KPM vaarwel te zeggen. Juist op het goede moment, want niet veel later werd de KPM uitgeroepen tot vitaal bedrijf en dan zou hij geen ontslag meer kunnen nemen. Trouwens bij de KPM was zijn kans op promotie gering, want met zijn 34 jaar stond hij ergens op plek 88 van de ranglijst om 1e stuurman te worden. Dick en Greet zijn samen naar Batavia afgereisd om bij het hoofdkantoor op het Koningsplein te gaan afrekenen. Op het kantoor gaven ze hem nog wel een tip dat er een vacature open stond bij de nautische afdeling van het deviezen-instituut, maar de Marine trok hem toch meer.
Hoofdkantoor van de KPM op het Koningsplein te Batavia
Soerabaja; als Luitenant der 2e klasse KMR terug bij de Marine
Dick en Greet poseren in de woonkamer van hun huis aan de Bankastraat 9 Soerabaja
17 februari ’41: Dick is teruggekeerd bij de Marine. Hij was dan wel langer van huis, maar zijn verlof duurde ook langer dan bij de KPM. Ze zijn toen weer naar Soerabaja gegaan, waar ze een huis huurden in de Bankastraat 9, inclusief overname van al het meubilair. Toen Dick van zijn eerste Marine-reis terugkeerde herkende hij het huis haast niet meer, want Greet had alles net zo lang verandert en verschoven tot het naar haar zin was.
Passeerbiljet waarmee Greet toegang had tot het Marine-Etablissement te Soerabaja om Dick op te halen
27 februari 1942: Toen Dick terugkeerde bij de Marine en op de Hr. Ms. “Witte de With” kwam te varen, had hij er nog geen flauw idee van dat hij in de Slag in de Javazee verzeild zou raken. Japan had succes geboekt op Celebes en Borneo toen Java hun volgende doelwit werd. Vanwege de centrale liggen zou dit eiland van doorslaggevend belang zijn voor het verdere verloop van de oorlog. Van zowel de westelijke als oostelijke zijde werd Java aangevallen. Een Japans eskadron, bestaande uit 2 zware en 2 lichte kruisers en 14 torpedojagers, escorteerde 41 van hun transportschepen over de Javazee.
Machtiging tot gedeeltelijke uitbetaling soldij
Admiraal Karel Doorman was al geruime tijd opzoek was naar dat eskadron, daar hij geen ondersteuning had van vliegtuigen, verliep zijn zoektocht uiterst moeizaam. In de namiddag van 27 februari ontdekte Doorman de Japanners, waarop de Jappen hun 41 vrachtschepen meteen opdracht gaven om zich terug te trekken. Toen beide eskadrons elkaar niet veel later op schietafstand naderden, ontstond er een vuurgevecht. Hieruit bleek dat de vloot van Doorman niet was opgewassen tegen het kaliber van de Japanse zware kruisers.
De Britse kruiser HMS “Exeter” werd als eerste getroffen en raakte daarbij zwaar beschadigd in een van haar ketelruimen, waarbij veertien slachtoffers vielen. Niet veel later kreeg ook de Hr. Ms. Kortenear een voltreffer, waarbij een torpedo het schip vol in de flank raakte, het brak vervolgens in tweeën en verdween binnen enkele minuten naar de zeebodem. Veel overlevenden konden zich vastklampten aan ronddrijvende scheepsresten, maar het zou nog uren duren voordat zij gered zouden worden.
Volmacht bij krijgsgevangenschap of vermissing (09-01-'42)
Inmiddels had Admiraal Doorman de gehavende HMS “Exeter” opdracht gegeven om zich terug te trekken, samen met de Hr. Ms. "Witte With” en HMS "Electra". De "Electra” moest hierbij de aftocht dekken, maar raakte dusdanig beschadigd dat ook dit schip zonk. Bij aankomst in Soerabaja onderging de HMS "Exeter" een noodreparatie, om daarna naar Ceylon te vertrekken. Mede doordat vier andere torpedobootjagers zich vanwege brandstof en munitiegebrek van het slagveld moesten terugtrekken en de HMS "Encounter" op een mijn was gelopen, was de vloot van Doorman dusdanig gekrompen dat hij zich moest terugtrekken
Bij een tweede aanval van Doorman probeerde hij de Japanse vloot te ontwijken om een aanval te doen op die 41 transportschepen. Dat plan mislukte, waarna zijn schepen alsnog onder vuur kwamen te liggen van de Jappen. Als eerste viel de Hr. Ms "Java " ten prooi aan vijandelijke torpedo’s en verdween binnen 20 minuten in de golven en anderhalf uur later onderging de Hr. Ms. "De Ruyter" datzelfde lot. De twee resterende kruisers HMAS "Perth" en USS "Houston" wisten te ontkomen, maar werden een dag later bij de Straat Soenda alsnog tot zinken gebracht.
Een van Dick z’n opdrachten was het gehavende HMS "Exeter" na de noodreparatie vanuit Soerabaja via de Straat Soedan naar Colombo te brengen. De "Exeter" werd geëscorteerd door de Hr. Ms. "Witte de With" en nog twee torpedobootjagers. Eenmaal bij Ceylon aangekomen verliet Dick Rooseboom in de late avond van 28 februari de HMS “Exeter" en wat niet zo heel veel later zou blijken behoorde hij hiermee tot de laatsten die het schip levend verlieten.
De Britse zware kruiser HMS "Exeter" in goede en slechte tijden
01 maart 1942: Dick Rooseboom was nog niet heel lang van boord, toen de "Exeter”, de HMS “Encounter” en de USS ‘Pope” op de Javazee door de Japanners werden onderschept. Zowel de HMS “Exeter’ als de HMS "Encounter" werden getorpedeerd en tot zinken gebracht, waarbij alle bemanningsleden om het leven kwamen. De USS "Pope" wist te ontsnappen, maar werd later op de dag alsnog tot zinken gebracht.
Ook de Hr. Ms. "Witte de With" werd buitengevecht gesteld, maar wist ondanks dat samen met de Hr. Ms. "Blanckert" en USS "Stewart" te ontkomen en keerde terug naar de basis in Soerabaja.
De torpedobootjager Hr. Ms. "Witte de With" in de haven van Soerabaja
Toen Greet haar man op het Marine-Etablissement kwam ophalen, trof zij alleen Dick en een collega van hem aan op het terrein. Ze stonden naast een enorme berg bagage, bultzakken, koffers en losse kleren. Ze hebben toen alle barang in hun auto geladen. De collega ging vervolgens in de dicky-seat boven op allerlei rotzooi zitten en zij beiden voorin, Greet tussen plunjezakken en een sabel ingepropt.
Marine-Etablissement aan de Oedjong en de haven van Soerabaja gebombardeerd door de Jappen
Toen ze via de poort het terrein wilden afrijden, klonken er enkele waarschuwingsschoten. De wacht probeerde hun tegen te houden, maar toen Dick hen toeriep dat hij vandaag nog naar de basis in Tjilatjap moest, mochten ze doorrijden. Onderweg liet Dick aan Greet zijn pet zien, daarin zat vlak naast het embleem een gat van een granaatscherf, ontstaan bij zijn gevecht met de "Witte de With" tegen de Jappen. Ook vertelde hij over die arme mensen die hij bij de eerdere aanval op de “Kortenear” zo hulpeloos in het water had zien drijven. Tijdens de terugreis klonk er voortdurend luchtalarm, ‘s middags ook, maar toen waren ze er al aan gewend en kon het hun niets meer schelen. Ze gingen niet eens de schuilkelders meer in.
Dick in zijn Ford cabriolet type 78 bouwjaar 1937
De Ford die Dick en Greet in hun bezit hadden ten tijde van de Japanse bezetting is na de bevrijding nooit meer teruggevonden. Toen Dick inmiddels alweer geruime tijd terug was in Holland, heeft hij nogmaals geprobeerd zijn auto terug te krijgen via het opsporingsbevel uit Soerabaja, echter zonder resultaat.
Dick Rooseboom tijdens een cursus zittend links op de voorgrond met enkele van zijn collega's en tweede van links
De capitulatie van Nederlands-Indië (9 maart 1942)
Van Tjilatjap naar Bandoeng als krijgsgevangene
De kampen waar Dick Rooseboom verbleef zijn: a: Bandoeng - Tjimahi, met kampnummer 16373 (begin '43), 21307 en 8842
b: Batavia - 1e Depôt, met kampnummer 9133 ('45)
Voor de geallieerden zou de Slag in de Javazee eindigen in één grote catastrofe. Bijna de gehele vloot werd tot zinken gebracht, ook de kruiser “Hr. Ms. Ruyter”. Er vielen 2300 slachtoffers, waaronder Admiraal Karel Doorman.
08 maart 1942: Toen Dick in Tjilatjap (1) zat was het al bekend dat er in de buurt een partij Japanse onderzeeërs op de loer lag om geëvacueerde schepen op te wachten. Dick zijn vrouw verwachte toen eigenlijk wel dat Dick iets zou overkomen en daardoor alleen achter zou blijven. (1) Gelukkig werd Greet een week later opgebeld door een onbekende man, die haar vertelde dat Dick inmiddels in Bandoeng in krijgsgevangenschap zat.
Bekendmaking geïnterneerden van de Marine via de krant (7 april '42)
Toen Greet de eerste brief van Dick ontving, vroeg hij haar of ze naar Bandoeng wilde komen, ze zou dan bij oom Chris en tante Enny in huis kunnen. Voor Greet werd dat een lastige beslissing, want ze verwachtte niet dat ze bij Dick in het kamp op bezoek zou mogen, want bij haar in Soerabaja mocht dat ook niet.
Tjilatjap werd na de bombardementen ineens de belangrijkste af- en aanvoerhaven op Java
(1) Nadat de grote havens aan de noordkust van Java bezet werden was Tjilatjap aan de zuidkust de belangrijkste haven op Java. Tjilatjap was strategisch gelegen aan de monding van de rivier Donan en de Indische oceaan. Alleen vanuit deze haven was het nog mogelijk om het land te ontvluchten. Op 2 maart was de situatie hectisch, er arriveerde 3000 man marinemensen, die samen met burgers ingescheept moesten worden, terwijl de Japanse verkenningsvliegtuigen al over Tjilatjap vlogen. Diezelfde avond vertrokken de “Sloterdijk”, “Kota Baroe”, “Tjisaroea”, “Duymaar van Twist” en de “Gen. Verspijk” met 2000 evacuees de haven uit, op weg naar veiliger oorden. De volgende dag vertrokken de “Janssens” en de “Tawali” als laatsten met evacuees. Op 4 en 5 maart waren de eerste luchtaanvallen op het havengebied. De schade was enorm en er vielen veel slachtoffers.
Schepen aan de kade in Tjilatjap en de "Kota Gede" met evacuees die op 27 februari '42 op tijd wist te ontkomen aan de Jappen
12 april 1942: Toch nam Greet op 12 april het besluit om naar Bandoeng te vertrekken. Ze had van de L.B.D. een verlofpas voor een maand gekregen om naar Dick te kunnen. Ze regelde al haar zaken, pakte de volgende dag haar spullen en vertrok om 08.00 uur naar het station Goebeng, waar ze voor 8 gulden een kaartje 3e klasse kocht om naar Bandoeng te reizen. Deze rit zou niet zo erg soepel verlopen. In Djocja moesten ze overnachten, maar dat was makkelijker gezegd dan gedaan. De Jappen kregen overal voorrang, zodat alle hotels al vol bleken te zitten. Uiteindelijk vond ze toch nog een klein achterafkamertje in Hotel Mataram. De volgende dag ging de reis verder, maar toen moest iedereen bij het plaatsje Laos vlakbij de Serayu rivier uitstappen omdat de brug daar was opgeblazen. Nadat ze de rivier waren overgezet moesten ze op de trein die vanuit Bandoeng kwam wachten, zodat ze de reis konden vervolgen. Het wachten op die trein duurde uren, terwijl het ook nog eens bloedheet was.
13 april 1942: In de stromende regen kwam Greet die avond om 20.30 uur in Bandoeng aan, terwijl daar om 19.30 uur de avondklok al van kracht ging. God, wat was ze moe toen ze op de Burgemeester Kührweg 51 bij het huis van oom Chris en tante Enny aankwam. De volgende dag ‘s middags, toen ze de wanhoop al zo’n beetje nabij was, stopte er een auto voor het huis en daar stapte zowaar Dick uit. Hij had op een valse pas naar buiten weten te glippen, maar werd helaas wel over precies één uur alweer opgehaald.
Dick zat voordat hij als krijgsgevangene naar Tjimahi ging met andere officieren in het ‘LOG’ (2) (’s Land- Opvoedings- Gesticht), een voormalige jeugdgevangenis en een heel eind bij het huis van oom Chris vandaan. Toen Greet op een dag een kennisje van haar ging opzoeken, bleek deze vlak tegenover het 'LOG' te wonen. Ze trof het want ze mocht toen bij haar komen inwonen. Zo kon ze Dick regelmatig zien, soms wel 10 keer op een dag. De kamer van Greet was tegenover het sportveld, waar Dick ’s ochtends vroeg al haasje-over aan het springen was, of aan het voetballen of iets dergelijks. Ook zag ze hem ’s middags wel eens tennissen, of hij liep met een groepje gevangenen langs om te fourageren. Eigenlijk hadden ze elkaar nog nooit zo vaak gezien als hier bij het “LOG”. Er werden zelfs brieven uitgewisseld, stiekem via een vuilniskar of verstopt in een tennisbal die buiten het terrein werd geslagen. Kortom, naar omstandigheden was het niet eens zo’n slechte tijd daar.
Aquarel van 's Lands-Opvoedings-Gesticht het 'LOG' te Bandoeng door Diedrich Heinrich Volz (17 mei '42)
(2) Het Lands Opvoedings Gesticht (LOG) aan de Daendelsweg in Bandoeng-Oost was van maart tot en met mei 1942 een krijgsgevangenkamp, van juli 1942 tot april 1944 een burgermannenkamp, en in augustus 1945 een opvangkamp.
mei '42: Helaas werd Dick eind mei ’42 overgeplaatst naar een kamp in Tjimahi, 8 km buiten Bandoeng en dat was voorlopig de laatste keer dat ze elkaar zouden zien.
Vanaf oktober ’42 werden dagelijks grote transporten uit Tjimahi weggevoerd, maar waarheen wist niemand.
Dick zijn interneringskaart en kampnummer die hij begin '43 in Tjimahi had
Greet zat voortdurend in angst. Later bleek dat bijna alle Marinemensen werden afgevoerd naar Singapore, Thailand, Burma, Japan en ga zo maar door. Dick wist op de een of andere manier in Tjimahi te blijven. Dat wist Greet omdat zij iedere maand een postwissel van Dick uit Tjimahi ontving. Zelf ging Greet pas in december ’42 het kamp Tjihapit in en kwam daar op de Rijpwijk 15 terecht.
Kaart van Greet (Tjihapit) aan Dick (Tjimahi)
Vertaling wat Greet aan Dick schreef:
Baasje, Hier is alles goed, ik ben net ziek geweest (5daagse), maar nu ben ik bijna beter. Ben gauw moe, maar dat geeft niet, maak je maar geen zorgen. Met oom moet het goed gaan, schrijft hij, maar is nog niet verhuisd. Pa B.O. is regelmatig in de kerk, maar is al lang terug in Soerabaja. Alles goed, Sepp woont buiten met kennissen van Hella. Ans woont nog steeds bij ons in huis. Het geld moet voldoende zijn, omdat ik iedere maand fl. 10,00 van jou krijg, ben daar heel blij mee. Ontmoet hier regelmatig Jet en tante Milly. Elke dag plaatsen kennissen van de dames hun fietsen in onze tuin, dat is dicht bij de markt. Ik maak regelmatig cadeautjes enz. voor Dick.
Vele groetjes Baasje, van ons allemaal. Taske".
In al die jaren dat Dick en Greet in diverse kampen zaten heeft zij maar vijf briefkaarten van Dick ontvangen, alle kaarten, op één kaart van Dick na, werden in het Maleis geschreven met altijd weer dezelfde standaardzinnen. Enkele van die kaarten waren zelfs al een jaar eerder verstuurd voordat ze aankwamen.
Een kaart van Dick (Tjimahi) aan Greet (Tjihapit) Dit keer niet in de gebruikelijke Maleise maar Engelse taal geschreven (april '43)
Na de capitulatie
15 augustus 1945: Om 12.00 uur werd bekend gemaakt dat Japan capituleerde. De Japanse keizer gaf in zijn boodschap via de radio opdracht om de bevelen van de geallieerden op te volgen. Greet had toen maar een wens en dat was om zo snel mogelijk weer bij haar man te zijn. Ze wist dat Dick inmiddels weer in Bandoeng zat en besloot om samen met nog twee dames die ook weg wilden vroegtijdig het kamp te verlaten. Officieel was dat verboden, want er was nog geen toestemming van het Rode Kruis om te vertrekken. Het Rode Kruis was echter enorm traag met het nemen van beslissingen. Wanneer Greet haar reiscollega’s herhaaldelijk voorstelde om dan maar zonder toestemming te vertrekken, bedachten beide dames zich iedere keer en toen is ze maar op eigen houtje vertrokken. Hierdoor had ze geen Soerat Lepas (vertrekpas), die ze wel nodig zou hebben om allerlei faciliteiten en giften te kunnen ontvangen.
Verontruste broer Arend informeerde naar het welzijn van Dick en Greet en omschrijft de situatie zoals die in Holland was op 25 aug. '45
De laatste kaart die Greet vanuit Sompok (Semarang) aan Dick stuurde was op 27 augustus '45. Hierin vermelde ze: Ik werk in het kampkantoor Sompok in Semarang en denk dat het beter is dat ik hier wacht tot jij Liefke komt. Daarna kunnen wij samen naar Bandoeng gaan. Taske.
De laatste kaart die Greet schreef vanuit Lampersari-Sompok (Semarang) naar Dick in Batavia-1e Depôt (27 augustus '45)
Op de keerzijde van de kaart staat in het Maleis de standaard voorwaarden vermeld:
1. Banjaknja perkataan haroes diseboet dalam 25 perkataan = Een mededeling moet vermeld worden in 25 woorden.
2. Haroes dengan mesin toelis atau dengan tjara hoeroef besar tjetakan soepaja terang dan moedah dibatjakan = Moet met schrijfmachine of met grote letters gedrukt worden zodat het duidelijk en gemakkelijk gelezen kan worden.
Het kamp Lampersari-Sompok in 1945
16 september 1945: Zonder problemen liep Greet met haar koffer in de hand de poort van het kamp in Semarang uit. Maar waar moest ze eigenlijk heen? Ze wist niet eens in welke richting ze moest lopen? Welk station moest ze eigenlijk hebben en waar zou ze kunnen overnachten? Ze heeft toen maar een inlander met een betja aangehouden en gevraagd welk station ze moest hebben voor de trein naar Bandoeng en of hij haar naar dat station kon brengen. Ze heeft toen anderhalf uur in die betja gezeten, over meer dan beroerde wegen gereden, tot ze uiteindelijk ergens in het westen van Semarang bij station Pontjol aankwam. Voor het ritje met die betja hoefde ze slechts fl. 7,50 neer te tellen.
Er bleek echter geen nachttrein te gaan en na flink wat gesmoesd te hebben met de Indo-stationschef, heeft hij haar een papiertje gegeven, waarmee ze de volgende dag om 08.00 uur een kaartje kon kopen. Hij raadde haar aan om een 2e klas kaartje á 32,40 te nemen, omdat de trein wel overvol zou zijn. Aan een jongen van het Rode Kruis vroeg ze vervolgens waar ze zou kunnen slapen en die verwees haar naar het Kebon Kawung, waar het Chinese Rode Kruis zat. Na heel veel heen- en weer praten met de Chinese baas, die haar eerst niet wilde toelaten omdat ze zonder officiële Rode Kruisbescherming reisde, lukte het haar uiteindelijk toch om daar te overnachten.
De volgende ochtend om 05.00 uur, dat is dan weer Javaanse tijd, stond ze op en reed in een betja naar het station. Om precies 08.00 uur kocht ze haar kaartje en stapte in een 2e klas wagon. De trein zat bij vertrek inderdaad propvol, op de leuning van haar bank zat iemand en op haar koffer nog een ander. Tijdens een tussenstop In Cheribon probeerde ze de trein uit te komen, om iets eetbaars te kopen, maar wegens de enorme drukte lukte dat niet. Een Chinees die dat zag had via het toiletraampje wel iets weten te kopen en heeft haar toen nog op een kippenpootje getrakteerd. In Tjikampek moesten ze overstappen, maar doordat de trein waarin Greet zat te laat aankwam, moest ze rennen om op tijd in die andere trein te komen. Precies op tijd, want ze stond nog maar net op het achterbalkon toen hij begon te rijden. Ook deze trein was overvol, de inlanders zaten zelfs op de daken van de wagons. Doordat er achter de locomotief 20 wagons hingen, moest hij ongelogen 4 keer terugrijden naar het station om de aanloop voor de berghelling te kunnen nemen. Achteraf gezien was het maar goed dat Greet op eigen houtje het kamp verliet, want die anderen hadden nog twee maanden moeten wachten voordat ook zij mochten vertrekken.
Registratieformulier voor krijgsgevangenen en geïnterneerden (29 september '45)
Terug naar de vrijheid
Rond middernacht kwam Greet in Bandoeng aan. Bij het station stond een autobus van het Rode Kruis klaar om alle mensen naar hun bestemming te brengen. Greet had pech want zij was één van de laatsten die aan de beurt was en kwam daardoor pas om 01.30 uur bij het Huis van oom Chris en tante Enny aan. Die waren natuurlijk niet op de hoogte van haar komst en schrokken zich dood toen ze haar zo midden in de nacht voor het hek zagen staan; een geraamte van 1.74 m. lang en nog maar 38 kilo zwaar, dat er ook nog eens vermoeid, goor en verreisd uitzag. Ze was zo moe dat ze meteen naar bed is gegaan, zonder zich te verfrissen.
De volgende ochtend heeft ze voor het eerst sinds jaren weer eens een goed bad kunnen nemen en toen kreeg ze het gevoel, dat ze pas echt de laatste resten kampvuil wegspoelde. Natuurlijk was ze nog niet echt gelukkig, want ze had haar Klorisje nog niet gezien.
Verklaring om 's nachts buiten het Militair Kamp Tjihapit te mogen vertoeven (6 oktober '45)
Heel toevallig kwam Dick juist die ochtend een kopje koffie drinken bij zijn oom. Je had zijn verbaasde gezicht moeten zien, toen hij zijn vrouw daar op een stoel in de tuin zag zitten. Hoe hun weerzien verliep spreekt voor zich. Ze hadden elkaar per slot al 3 ½ jaar niet meer gezien!
Eerste passeerbiljet naar een vrij leven (9 oktober '45)
Nu ze elkaar weer hadden teruggevonden, beseften ze ook meteen dat er nog veel moois van het leven te maken viel. Een heerlijk gevoel natuurlijk, als je eerst jarenlang alleen maar ontzettend cynisch bent geweest.
Toch weer terug naar het kamp Tjihapit
Ondanks hun terugkeer naar de vrijheid werd het steeds gevaarlijker op straat. De opstandelingen lieten steeds vaker van zich horen en over het nieuws werd steeds vaker melding gedaan over de gruwelheden die op Java al geruime tijd werden uitgevoerd door deze opstandelingen. Alle blanken en iedere Indo die met hen samenwerkten waren hun leven niet meer zeker. De meest gruwelijke moorden werden verricht en de massagraven met al die weerloze mensen kwamen steeds vaker aan het licht. Dick en Greet waren er dan ook niet zo heel erg verdrietig over dat ze beiden terug waren gekeerd naar het kamp Tjihapit, waar Dick sinds september '45 werk had op het kantoor van de Koninklijke Marine Junioren. Op het kamp waren ze in ieder geval een stuk veiliger dan op de Burgemeester Kührweg bij oom Chris en tante Enny, of elders in de stad.
Vergunning voor Dick uitgegeven op 13 oktober '45 en voor Greet op 9 november '45
Greet kwam op 1 november '45 ook het kantoor van de Marine-Junioren werken, dat was gehuisvest op de hoek van de Tandjoenglaan en de Blimbinglaan. In het begin waren er ongeveer 120 jongens onder hun hoede, die daar een opleiding genoten. Later in januari '46, toen Dick opdracht kreeg om naar Batavia te verhuizen voor een functie als hoofd bij het M.P.K.B., waren er bij de Marine-Junioren nog maar 49 personen gehuisvest en dat was dan inclusief moeders, broertjes en zusjes.
Tekening van het kantoor Koninklijke Marine-Junioren te Tjihapit (Greet)
Slechts één van de 120 Marine-jongens die uit Tjihapit was vertrokken stuurde een brief
Medicijnen voor Dick, verstrekt op 12 december '45
1946
Benoeming tot Verbindingsofficier (16 januari '46)
Vanaf het moment dat Dick weer vrij man was heeft hij bij de Marine diverse functies bekleed, waarbij hij diverse dienstreizen maakte met het vliegtuig, waaronder zijn oude woonplaats Soerabaja, maar meestal vloog hij naar Batavia.
Dienstopdracht om naar Batavia te reizen (21 januari '46)
Enkele reis voor Dick en Greet om van Bandoeng naar Batavia te gaan (30 januari '46)
Alweer vertrok Dick per vliegtuig naar Batavia, nu samen met zijn vrouw en dit zou tevens de laatste reis worden dat zij gezamenlijke reis naar Batavia gingen, want Greet zou enkele maanden later naar Holland vertrekken.
Aankoop bij de noodwinkel Tjikini 26 te Batavia (2 maart '46)
M.P.K.B. (Militair Postkantoor Batavia)
Buiten alle werkzaamheden om had Dick ook een functie als Hoofd-MPKB, die hij tot vlak voor zijn vertrek naar Holland vervulde. Vanuit dit kantoor werden alle militaire postzaken geregeld die over de gehele wereld verzonden werden. Ook Greet had op dit kantoor een functie als secretaresse van de 'grote baas'.
Ook Greet kwam op de loonlijst van het MPKB
De baas, zijn vrouw als secretaresse en het 'Schippertje' zoals de beste man werd genoemd (27 juni '46)
Havenpas van Dick om als hoofd van het Militair Postkantoor schepen te kunnen bezoeken in Tandjong Priok (1 oktober '46)
Beiden keren apart terug naar Holland
Zoals uit de havenpas van Dick blijkt, is hij na het vertrek van Greet naar Holland ingetrokken in het alom bekende Hotel Schomper te Batavia.
Greet verdwijnt alweer van de loonlijst bij het MPKB vanwege haar reis naar Holland
Afscheidskaart met handtekeningen en brief van collega's MPKB vlak voor het vertrek van Dick naar Holland
Gouvernementspassage 1e klasse voor Dick om de reis naar Holland te maken met de m.s. "Oranje" (15 november '46)